De arabier van de toekomst, een jeugd in het Midden-oosten (1978-1984)
De kleine Riad, blond als zijn Franse moeder, groeit op in de Arabische wereld van zijn vader: het Libië van Khadafi en het Syrië van Assad. Dat zijn nou echte, moderne mannen, vindt Riads vader. Zo moet zijn zoon ook worden: een Arabier van de toekomst. In deze kleurrijke autobiografische graphic novel schetst Sattouf het Midden-Oosten van de vroege jaren tachtig, en geeft de lezer zo een kritisch en komisch inkijkje in de culturele achtergrond van de conflicten van vandaag.
Syrië, dagelijks in het nieuws, onbekend en toch hebben velen er een mening over. Dit fenomeen deed me naar “de Arabier van de toekomst” grijpen. Sattouff werd geboren in Parijs en bracht zijn jeugd deels door in het Libië van Khadaffi en het Syrië van de oude Assad. In deze schitterende beeldroman beschrijft hij zijn jeugdjaren als kleuter tijdens de terugkeer van zijn vader als docent in Libië en Syrië. Het is een autobiografische roman en dit is meteen ook de kracht van het verhaal want je neemt de Arabische wereld eind jaren ’70 en begin ‘ 80 waar vanuit de ogen van een ‘vreemd,’ blondharig knulletje wars van elke politiek mening. Het is bijwijlen erg grappig maar de desolaatheid en de uitzichtloosheid voeren de boventoon. Dit staat dan weer in schril contrast met de cartooneske en eerder simplistische tekenstijl in een eenvoudig maar erg scherp kleurgebruik. Tijdens het lezen krijg je zowaar medelijden met dat ventje die maar moet toezien hoe zijn vader hulpeloos zijn ontheemde plaats tracht terug te krijgen in zijn familie en de Arabische cultuur terwijl zijn eerder apathische moeder alles lijdzaam ondergaat. En toch realiseer je gaandeweg hoe sterk een kleuter kan zijn en hoe zijn eigen observaties en interpretaties een verdediging vormen tegen de inbreuken van zo’n vreemde wereld.
“ Een bijzonder grappig maar tezelfdertijd erg leerrijke beeldroman over een periode die al een tijdje achter ons ligt maar mee aan de grondslag ligt van de huidige migratieproblematieken.”
Jan Stevens