De grote ontsnapping

auteur: 
Stephen Dando-Collins
ISBN nummer: 
978 90 4521 353 8
uitgeverij: 
Karakter
Body: 

de grote ontsnapping_0.jpgIn dit nooit eerder vertelde verhaal volgt de auteur de POW’s (Prisoners of War) onder wie zich de oudste zoon van Ernest Hemingway en de persoonlijk assistent van generaal Eisenhower bevonden. Dit boek is een aangrijpend eerbetoon aan de Amerikanen die alles deden voor hun vrijheid, dappere Polen die hen met gevaar voor eigen leven hielpen en meedogenloze nazi’s die hen koste wat kost probeerden tegen te Amerikaanse en Canadese krijgsgevangenen graven in afschuwelijke omstandigheden een tunnel die uiteindelijk 36 gevangenen in staat stelt om uit de klauwen van de nazi’s te ontsnappen. Door deze ontsnapping wordt de beveiliging van het kamp aangescherpt en wordt Schubin omgedoopt tot Ofl ag 64. Uiteindelijk worden meer dan 1500 Amerikaanse krijgsgevangenen veroordeeld tot een verblijf in dit kamp, waaruit ontsnappen onmogelijk lijkt. Alle pogingen om toch uit te breken, mislukken stuk voor stuk. Tot januari 1945, in de laatste stuiptrekkingen van de Tweede Wereldoorlog, als alles plotseling in hoog tempo verandert. 

De achterflap van dit oorlogsboek vertelt in een notendop hoe de vooral Britse en Amerikaanse krijgsgevangen officieren diverse grote en kleine ontsnappingspogingen ondernamen vanuit de kampen Oflag XXI-B (later Oflag 64) in Schubin (Polen) en op het einde van de Tweede Wereldoorlog vanuit Hammelburg (Beieren) en tijdens de terugtrekkingsmars van de Duitsers als de geallieerden naderen:
“In dit nooit eerder vertelde verhaal volgt de auteur de P.O.W.’s (Prisoners of War) onder wie zich de oudste zoon van Ernest Hemingway en de persoonlijk assistent van generaal Eisenhower bevonden. Het is een aangrijpend eerbetoon aan de Amerikanen die alles deden voor hun vrijheid en de dappere Polen die hen met gevaar voor eigen leven hielpen bij de ontsnapping.” 
Voor de liefhebbers van oorlogsfilms zal het verhaal allicht een belletje laten rinkelen. “The Great Escape” met Steve McQueen in de hoofdrol is gebaseerd op gelijkaardige feiten, zij het dan meer gefictionaliseerd.

De grote verdienste van Dando-Collins in dit boek is het uit de vergetelheid halen van enkele gewaagde ontsnappingspogingen van “kriegies” (zoals ze hier worden genoemd). Hij baseert zich als historicus hiervoor op een gedegen bronnenonderzoek en brengt op die manier de individuele getuigenissen samen met andere historische bronnen om te komen tot een coherent verhaal. Het minste dat je over dit werk kunt zeggen, is dat het enorme schat aan details bevat die de reconstructie van deze oorlogsfeiten betrouwbaarheid en geloofwaardigheid verlenen.

Maar er is meer dan dat. 
Het verhaal begint met de ontsnapping uit Oflag XXI-b in Schubin, een kamp voor gevangengenomen Amerikaanse, Canadese en Britse luchtmachtofficieren. Je wordt al vanaf de eerste bladzijde geconfronteerd met de merkwaardige discipline en betrekkelijke “vrijheid” van organisatie. De Duitse leiding draagt de verantwoordelijkheid voor het dagelijks reilen en zeilen in dit soort kampen over aan de hoogsten in rang van de geallieerde officieren. Zo ontstaat een goed draaiend netwerk, waarin ook ontsnappingspogingen niet in het wilde weg gebeuren, maar onderwerp zijn van een zorgvuldig uitgewerkt plan. Zeer opvallend daarbij is de solidariteit van de kriegies. Heel wat van hen spelen een of andere rol in de voorbereiding van de ontsnappingspoging zonder zelf uiteindelijk tot de selecte groep te zullen behoren die effectief uit het kamp zal wegvluchten. De auteur beschrijft in het eerste hoofdstuk gedetailleerd het even ingenieus als gewaagd ontsnappingsplan via een tunnel die vertrekt vanuit de beerput onder de latrines van het kamp. Je kan niet anders dan de enorme moed en vrijheidsdrang van deze militairen bewonderen. Het telkens weer overwinnen van de walging, de stank, de benauwdheid in de smalle tunnel en de angst voor ontdekking grenst aan het onvatbare. Het bewijst voor mij dat de menselijke vrijheidsdrang een niet te stuiten kracht opwekt bij bepaalde individuen, zodat ze zich door alle hindernissen heen slaan. De solidariteit van hun lotgenoten in het kamp die deze vrijheidsdrang minder sterk voelen, is een tweede ontdekking die mij als lezer heeft getroffen. Talloze “specialisten” stellen hun kennis en vindingrijkheid ter beschikking en zorgen voor profiand, valse papieren, gepaste kledij enz. om de ontsnapping van hun kameraden de grootst mogelijke kans op slagen te geven. 

Nochtans zijn bijna alle ontsnappingspogingen gedoemd om te mislukken. De Duitsers kunnen niet alleen rekenen op hun eigen opsporingsteams (de zgn. “ferrets”) om de vluchters in te rekenen. Velen van hen worden verraden door de Poolse bevolking. Nochtans dient gezegd dat er ook onder de Polen mensen waren die hun leven in de waagschaal legden door daadwerkelijke hulp te bieden bij ontsnappingen uit het kamp. Ook voor hen is dit boek een eerbetoon. Uiteindelijk zouden echter slechts twee van de drieëndertig ontsnapten de vrijheid bereiken. De anderen worden na uren, dagen of weken opgepakt en krijgen twee weken eenzame opsluiting. 
Het regime in het kamp – nu omgedoopt tot Oflag 64 - wordt verstrengd onder een nieuwe Duitse veiligheidsofficier, Zimmermann. De komst van een vers contingent Amerikaanse krijgsgevangenen leidt een tweede deel van het verhaal in, de eigenlijke “big break” of grote ontsnapping. Voor het echter zover is, beschrijft de auteur de represailles na vele mislukte pogingen en de steeds erbarmelijker leefomstandigheden in het kamp als de Duitsers vanaf het najaar van 1944 stilaan de oorlog aan het verliezen zijn. Er volgen executies, de Gestapo neemt het toezicht op de kampen over. Tot nader order besluiten de Amerikaanse kampoversten alle ontsnappingspogingen stil te leggen. 
Tot januari 1945, in de laatste stuiptrekkingen van de Tweede Wereldoorlog, als alles plotseling in hoog tempo verandert. De oprukkende Russen naderen Schubin; de Duitsers plannen een grote mars naar het kamp in Hammelburg, Beieren. 1471 Kriegies vervoegen een eindeloze stoet Poolse vluchtelingen op weg naar het westen, voorzien van zelfgemaakte rugzakjes of sleden met zoveel mogelijk profiand uit de Rodekruiszendingen. De chaos laat toe dat vele kleine groepjes gevangenen erin slagen onderweg ongezien te ontkomen. Sommigen vallen in handen van het Rode Leger, dat niet altijd zachtzinnig met hen omspringt. Anderen keren naar Schubin terug om te wachten op een Russisch transport naar Moskou. Uiteindelijk bereiken slechts 490 krijgsgevangenen Hammelburg. Het grote aantal kriegies dat tijdens de tocht is ontsnapt, zorgt voor de eretitel “the big break”.
Onder deze 490 gevangenen bevindt zich ook kolonel Johnny Waters, schoonzoon van generaal Patton. Deze laatste besluit dan ook een taskforce samen te stellen voor de bevrijding van deze groep  krijgsgevangen officieren (in casu van zijn schoonzoon). Gebrekkige informatie over het aantal krijgsgevangenen en over het terrein, overmoed en onderschatting van de Duitse weerstand leidt echter tot een grote mislukking van deze waanzinnige operatie, waarbij veel Amerikanen het leven laten. Een belangrijk deel van het boek beschrijft gedetailleerd het verloop van deze strijd. De overlevenden worden opnieuw op Duits transport gezet, maar het einde van de oorlog is nabij en op 29 april worden ze in Moosburg door een Amerikaanse pantserdivisie bevrijd. Het laatste hoofdstuk van het boek brengt verslag uit van de thuiskomst van enkele “kriegies” en de oorlogstrauma’s die sommigen onder hen hebben opgelopen.
Een van de meest opvallende kenmerken van de schrijftrant van Dando-Collins is de overvloed aan historische details die hij in zijn boek verwerkt. Niet verwonderlijk voor een historicus natuurlijk. Voor de lezer is het wel wennen aan de grote hoeveelheid namen. Elke krijgsgevangene die een rol heeft gespeeld bij de talrijke grote en kleine ontsnappingen wordt vermeld met zijn naam, rang en regiment, exploten tijdens de oorlog of in andere kampen, enz. Dat maakt de lectuur niet altijd gemakkelijk. Geleidelijk aan blijkt echter dat sommige van die personages herhaaldelijk weer opduiken, zodat je enkelen toch wat beter leert kennen. Uiteindelijk laat het waargebeurde verhaal je niet meer los en leef je mee met deze mannen die ogenschijnlijk nooit de moed verliezen en met grenzeloze vindingrijkheid telkens opnieuw hun vrijheid proberen te heroveren.
Het is de verdienste van Dando-Collins dat hij deze weinig bekende fase uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in het daglicht stelt. Het boek zal zeker de liefhebbers van oorlogsromans bevallen, maar het boeit ook de lezer die zich interesseert voor waargebeurde verhalen en voor de drijfveren van de mens. Bovendien is het voorzien van enkele foto’s, kaartjes, een reeks interessante voetnoten en een grondige biografie. Het is onder te brengen in de categorie “docu-romans” over de Tweede Wereldoorlog en is in dat opzicht zeer geslaagd te noemen.

Marleen
 

prijs: 
€ 19.99