Wij alleen

auteur: 
Toon Tellegen
ISBN nummer: 
9789021406503
uitgeverij: 
Querido
Body: 

Wij alleen.jpgDe eekhoorn kan niet zonder de mier en zal altijd voor hem kiezen, wat er ook gebeurt. De aardworm en het vuurvliegje brengen de tijd graag samen door, ook al zijn ze nog zo verschillend. En de olifant danst met niemand zo heerlijk als met de eekhoorn. ‘Ik wou dat we hier samen op bezoek waren, egel, hij zou zo genieten,’ zegt de schildpad over de slak. En hij voegt eraan toe: ‘Als wij samen zijn... zijn we tijdloos.’
In Wij alleen staan de mooiste dierenverhalen over geluk, hunkering en verlangen bijeen.

Tijdens het lezen van ‘Wij alleen’, een fraai uitgegeven themaboekje met dertig dierenverhalen van Toon Tellegen, heb ik meermaals gedacht dat het aangenaam toeven moet zijn in het hoofd van de oude meester. Als Tellegen een eekhoorn met een olifant laat dansen, dan stel je je daar als lezer geen vragen bij. Sterker nog, je vindt dat de gewoonste zaak van de wereld. Dat vind je ook als er een walvis komt aanvliegen die in het bos op bezoek gaat bij de egel. Of als de boktor ervoor zorgt dat de kwal, die zichzelf onduidelijk vindt (“Hoe moet ik het zeggen. Iedereen is duidelijk, behalve ik”), gedurende een korte periode voor iedereen zichtbaar is door hem van benen, vleugels, een tweede oog, een snavel en nog veel meer te voorzien. Dat de kwal na een paar uur weer ‘vaag en onduidelijk’ is, deert hem niet: “Ik bén duidelijk geweest, zeer duidelijk. Hij haalde diep adem. Ik ben zelfs welomschreven geweest!”

In ‘Wij alleen’, dat in 2017 verscheen en intussen aan de vijfde druk toe is, zijn verhalen verzameld rond geluk en verlangen, grote gevoelens die bij Tellegen steeds klein en charmant worden gehouden. Wie op zoek gaat naar het brede gebaar, komt van een kale kermis thuis. Net als in zijn gedichten, jeugdverhalen en zijn proza dat zich (meer) op volwassenen richt, schuwt Tellegen elke vorm van sentimentaliteit of goedkoop effectenbejag. Verlangen en geluk zitten verscholen in een paar zinnen, in een kort gesprek of in een observatie. Zoals wanneer de mier bij eekhoorn langsgaat om hem te zeggen dat ze elkaar een tijdje niet meer moeten zien. Op die manier kunnen ze er namelijk achter komen of ze elkaar dan ook zullen missen. Dat is iets wat je voelt ‘als iets er niet is’. Als de mier de woning van de eekhoorn verlaat, slaat het missen meteen toe bij de eekhoorn en eigenlijk ook bij de mier. Dus besluit die laatste meteen terug te keren naar zijn vriend: “En met hun armen om elkaars schouders liepen ze naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken.”

In de dierenwereld van Toon Tellegen, die onmiskenbare parallellen vertoont met de mensenwereld, lopen mildheid en tederheid hand in hand, zijn mededogen en bewondering nog lang niet de loze begrippen die ze in de ‘gewone’ wereld stilaan lijken te worden en vindt niemand het een onoverkomelijk probleem om rekening te houden met de ander. Dat idee van betrokkenheid en saamhorigheid, noem het met enige goede wil een levensfilosofie, maakt deze dierenverhalen niet alleen uniek, maar ook bijna edelmoedig. Ze doen verlangen naar een gemeenschap die naam waardig, een samenleving die niemand uitsluit, waarin de ‘sterken’ zich ontfermen over de ‘zwakken’, waarin mensen die erbarmen tonen voor anderen die het minder goed hebben niet gekwalificeerd worden als ‘mislukkelingen’ maar de warmte krijgen die ze verdienen. Zoals de meeuw die er door met de potvis te dansen voor zorgt dat die laatste zich niet langer eenzaam voelt: “Misschien, dacht de potvis, ben ik wel gelukkig nu. Wat hem betrof mocht de tijd verder stilstaan, die nacht, midden op het strand op het feest van de meeuw.”

Martin Overheul

prijs: 
€ 9.99