Oorlogskinderen

auteur: 
Coen Verbraak
ISBN nummer: 
9789400406087
uitgeverij: 
Thomas Rap
Body: 

Oorlogskinderen .jpgZe moesten onderduiken, leefden in angst omdat hun ouders deelnamen aan het verzet, ze hadden foute ouders, of waren kind van een Duitse soldaat; in Oorlogskinderen tekent Coen Verbraak de verhalen op van mensen die als kind de oorlog hebben meegemaakt en die hun leven lang met de schaduw van de bezetting hebben geleefd. Verbraak vertelt over hun oorlogservaringen, maar beschrijft ook hoe die belevenissen in hun verdere leven een rol hebben gespeeld. Werden ze door het verleden achtervolgd? Spraken ze erover met hun kinderen, of werd de oorlog juist verzwegen? Speelt het oorlogsverleden weer op nu ze ouder worden?

In Oorlogskinderenvertelt Coen Verbraak het verhaal van onze ouders en grootouders, het verhaal van een uitzonderlijke generatie.

Mijn moeder is geboren in 1931. Dat maakt dat ze 9 jaar was toen de Tweede Wereldoorlog begon en 14 op het moment dat de vrede aanbrak. In die 5 tussenliggende jaren maakte ze dingen mee die haar karakter en mensbeeld voor een groot deel hebben gevormd voor de rest van haar leven. Ontbering, honger, angst, kou, onzekerheid, ze slaan hun klauwen dieper uit in de geest dan we durven te vermoeden. Die vijf jaar hebben voor een litteken in de ziel gezorgd dat levenslang blijft schuren, dat zomaar uit de schaduw tevoorschijn komt en haar overvalt. En naar gelang mijn moeder ouder wordt, nemen die plotse opwellingen in aantal toe. Vijfenzeventig jaar later leeft de oorlog nog altijd in haar voort.

In “Oorlogskinderen”, waarin hij het verhaal schrijft van 14 oorlogskinderen, omschrijft journalist-documentairemaker Coen Verbraak het als volgt: ‘Ze waren kind toen de wereld brandde, en werden vervolgens meegesleurd in het kielzog van de keuze van hun ouders, van de herkomst van hun familie of van de domme blindheid van het lot. Ze waren nergens verantwoordelijk voor, maar dragen wel het verdriet, de schuld of de schaamte met zich mee, vaak een leven lang.’

Verbraak laat niet alleen kinderen van slachtoffers en daders aan het woord, maar ook kinderen die zelf slachtoffer waren. Zoals de joodse Anita Leeser-Gassan (1935), met wier wedervaren het boek opent. Zij en haar ouders zaten in juli 1944 in Amsterdam ondergedoken, maar werden verraden door iemand die met de bezetter mee heulde. Via de plaatselijke gevangenis kwam ze in Westerbork terecht, vandaar werd ze op transport gesteld naar Bergen-Belsen. Dat was een verschrikkelijk kamp. ‘Maar er was één belangrijk verschil met Auschwitz: er werd niet vergast. Mensen stierven er vooral aan ontbering, ondervoeding en ziektes’. ‘We hadden alle soorten tyfus die je maar kon bedenken: vlektyfus, buiktyfus, gewone tyfus.’ Ook voor haar is de oorlog nooit gestopt.

Even schrijnend, maar dan op een andere manier, is het verhaal van Ab van Aldijk (1942), die op school ‘moffenjong’ werd genoemd omdat hij de zoon was van een Nederlandse moeder en een Duitse vader. Zo kort na de oorlog deed het vijandbeeld nog steeds opgeld in de voordien bezette landen en daar was de jonge Ab, die tijdens WOII slechts een peuter was, het slachtoffer van. Op het schoolplein stond hij doorgaans alleen. ‘Niet alleen de kinderen negeerden hem, de meesters op school waren ook niet bepaald op zijn hand. Tijdens de geschiedenisles vertelde de meester in de klas bij voorkeur over zijn eigen heldendaden in het verzet, en over hoe hij die smerige moffen te grazen had genomen. De blik ondertussen veelzeggend op hem gericht.’ Helaas is die kortzichtige houding van alle tijden.

Verbraak verstaat de kunst om te luisteren naar zijn gesprekspartners, ook naar wat ze niet zeggen trouwens, en uitmuntend te synthetiseren wat er wordt gezegd. Waar voor hún het zwaartepunt ligt en niet voor hém. Daarbij is hij al even goed in staat om de stemmen van deze 14 oorlogskinderen helder en overtuigend om te zetten in geschreven taal. Het is alsof je ze hoort spreken, alsof je bij ze aan tafel zit en het verdriet dat ze voelen als ze over die jaren spreken op hun gezicht kunt zien. Dat maakt van dit boek een belangrijk en zeer goed leesbaar document over een tijd die nooit terug mag komen. Al is die voor heel wat mensen nooit helemaal verdwenen. Zoals voor de tante van de dit jaar overleden danschoreografe, auteur en cineaste Lydia Chagoll. ‘Daar schrijnde de oorlog nog elke dag. Zodra de bel ging holde haar tante naar de voordeur, in de hoop dat er deze keer toch iemand zou staan die teruggekeerd was uit de hel. Maar er is nooit iemand gekomen.’

Martin Overheul

Redacteur Boekensite Gent

prijs: 
€ 19.99