Des duivels? naar de roots van de populaire muziek

auteur: 
Maarten Schuermans
ISBN nummer: 
9789462672093
uitgeverij: 
EPO
Body: 

Des duivels.jpg‘Waar gedanst wordt, daar worden de mannen bedwelmd en vinden de vrouwen hun ondergang.’ In de jaren 1930 waarschuwden vrome pastoors voor de tuchteloosheid van de Amerikaanse amusementscultuur omdat die een gevaar vormde voor de maatschappelijke orde en vooral voor de opgroeiende jeugd. Maar geen Bob Dylan, geen Stones, geen hiphop, geen Taylor Swift zonder Mississippi Fred McDowell, King Oliver of Dock Boggs. U onbekend? Zomer 2018 trok Maarten Schuermans samen met muzikanten Bjorn Eriksson en Alain Rylant naar het diepe zuiden van de VS. Op zoek naar de roots van wat we vandaag popmuziek noemen: blues, cajun, country, hillbilly, folk, jazz... Een bedevaart naar de katoenvelden waar de religieuze gospelmuziek ontstond, naar de kroegen en bordelen van het verderf. Van Atlanta en de Appalachen langs Nashville, Memphis en New Orleans tot Austin in Texas. Een boek om te beluisteren. Lezen mag ook.

Negen jaar geleden beleefde ik bijzonder veel plezier aan ‘Duivelsmuziek’ van de Nederlandse muziekjournalist Leendert van der Valk. In dat boek krijgt de lezer de geestdriftige neerslag aangeboden van een fietstocht door de Amerikaanse Deep South, op zoek naar de wieg van de blues. Samen met zijn vriendin, fotografe Winnifred Wijnker, fietst hij een maand lang door en langs Memphis, de Mississippidelta en New Orleans, en staat niet alleen uitgebreid stil bij het leven – en vaak het lijden – van zijn blueshelden, maar evenzeer bij hun eigen belevenissen onderweg. Dat procedé levert een uitermate leesbaar en informatief boek op, ook voor de lezer die niet per se geïnteresseerd is in blues. Daarnaast is de opzet van het boek interessant. Elk hoofdstuk begint met een opsomming van bluessongs die relevant zijn voor de komende dag en sluit af met enkele feiten over bluesmuziek.

In ‘Des duivels?’ breit muziekliefhebber Maarten Schuermans daar een volledig boek aan vast. Zijn verhaal, een ontwapenende combinatie van jongensboek en semiwetenschappelijk essay, volgt een soortgelijke opbouw als ‘Duivelsmuziek’. De meeste plaatsen die hij met zijn reisgenoten bezoekt, werden ook door het fietsende duo aangedaan. Wat op zich niet zo vreemd is, wie op zoek gaat naar de bakermat van de blues komt nu eenmaal in dezelfde contreien terecht. Net als Van der Valk biedt hij de lezer een aantrekkelijk extraatje door aan het eind van elk hoofdstuk relevante platen en plaatsen aan te raden.

In de zomer van 2018 maakt Maarten Schuermans, samen met muzikanten Bjorn Eriksson (Maxon Blewitt, The Broken Circle Bluegrass Band, Eriksson Delcroix) en Alain Rylant (idem), “een bedevaart naar de katoenvelden waar de religieuze gospelmuziek ontstond, naar de kroegen en bordelen van het verderf. Van Atlanta en de Appalachen langs Nashville, Memphis en New Orleans tot Austin in Texas”. Ze doen dat overigens niet op de fiets, maar in een spierwitte Chevrolet. Als je dan toch eindelijk in de VS bent om je droom te beleven, mag je gerust toegeven aan de gevestigde clichés. En met de auto heb je uiteindelijk een veel ruimere actieradius dan met de fiets.

‘Des duivels?’ charmeert door drie elementen. Ten eerste is er het ontroerende enthousiasme waarmee Schuermans zijn verhaal vertelt. Hij leert blues kennen zoals zoveel Europeanen die muziek hebben ontdekt, via blanke bands. Toen de blues in de jaren zestig van de vorige eeuw bon ton werd in Europa, lag dat vreemd genoeg niet aan monumenten als Howlin’ Wolf, Otis Rush, Jimmy Reed of Muddy Waters, maar aan een stelletje Engelse bleekscheten die idolaat waren van die muziek. Bands als de Stones, de Animals, de Yardbirds en de Pretty Things brachten lp’s uit die vol stonden met de heerlijkste bluescovers en zetten daarmee hun – vooral jonge – fans op het spoor van blues. 

Via ‘Paint it Black’ van de Rolling Stones komt Schuermans uit bij ‘Love in Vain’ en ‘Little Red Rooster’, songs van respectievelijk Robert Johnson en Willie Dixon. Daarmee is voor hem het spreekwoordelijke hek van de dam. Hij gaat op zoek naar meer en vindt uiteindelijk een schier onuitputtelijke wereld van authentieke, doorleefde muziek. (Ik heb blues eveneens leren kennen via de zogenaamde eerste ‘Engelse golf’, waarna de speurneus in mij op zoek is gegaan naar de originele versies. Door die zoektocht kwam ik terecht op een opwindende muzikale weg die niet enkel leidde naar blues, maar evenzeer naar gospel, jazz, cajun en countryblues.)

Een tweede element is de aandoenlijke naïviteit waarmee Schuermans zijn relaas doet. Hij is niet alleen euforisch omdat hij eindelijk door de Mississippi Delta rijdt, het graf van de legendarische Robert Johnson bezoekt of aan de poorten van Angola Prison staat, waar de onvergelijkelijke Lead Belly zat opgesloten nadat die een familielid had gedood om een vrouwenkwestie. Hij staat meermaals stil bij wat hij en zijn metgezellen eten, drinken, waar ze overnachten, welke wandelingen ze maken, hoe ze met elkaar omgaan, welke platen- en muziekwinkels ze bezoeken. Het beeld van een kleine jongen in een snoepwinkel dringt zich meermaals op. Dat ongegeneerd kunnen bewonderen is een mooie eigenschap die hij hopelijk nog lang weet te bewaren.

Het derde element is de enorme kennis die Schuermans van zijn onderwerp heeft. Hij staat niet alleen stil bij de grote namen uit de bluesmuziek, minder bekende muzikanten als Joseph Kekuku, Othar Turner en Blind Willie Johnson krijgen even goed hun plaats in ‘Des duivels?’. Dat gebeurt niet omdat de schrijver graag uitpakt met wat hij allemaal weet, maar omdat hij, volkomen terecht, van mening is dat ook zij hun plaats verdienen in de geschiedenis van de blues. 

Martin Overheul
Redacteur Boekensite Gent

prijs: 
€ 24.90